Gefördert durch:

Aktuelles

"Wachstum und Entfaltung zur grenzüberschreitenden Agropole"

Hintergrund und Ziele des Agropole-Projekts

 

Choose your language NL-Flagge D-Flagge th

 

Hintergrund und Ziel des Agropole-Projekts

Das Projekt „Wachstum und Entfaltung zur grenzüberschreitenden Agropole“ (kurz: Agropole) wurde zwischen Juli 2019 und Oktober 2022 innerhalb des Interreg-Programms Deutschland-Nederland durchgeführt und durch die Europäische Union, das Ministerium für Wirtschaft, Industrie, Klimaschutz und Energie des Landes NRW und die Provinz Limburg gefördert. Projektpartner waren Agrobusiness Niederrhein e.V. (Lead Partner), Brightlands Campus Greenport Venlo und die Gemeinde Venray.

Die deutsch-niederländische Grenzregion entlang des Niederrheins und der Provinz Limburg ist eine der bedeutendsten Agrobusiness-Regionen Europas. Hier sind zahlreiche Unternehmen und Institutionen angesiedelt, die dazu beitragen, den Markt mit pflanzlichen und tierischen Produkten zu versorgen: Unternehmen aus Landwirtschaft und Gartenbau sowie ihre Zulieferer für Betriebsmittel wie Substrate, Saatgut, Pflanzenschutzmittel und Nützlinge, Maschinen und Werkzeuge und vieles mehr. Hinzu kommen aus den nachgelagerten Bereichen etwa die Lebensmittelverarbeitung, Logistikunternehmen, Handel und Dienstleiter. Außerdem gibt es in der Region einige bedeutsame Forschungs- und Bildungseinrichtungen, die Wissen und Nachwuchskräfte für die Grüne Branche hervorbringen. All diese Akteure bringen ein umfangreiches Knowhow auf hohem Niveau in die Region. Damit ist die Basis für ein Cluster gelegt, das Potential für Wettbewerbsvorteile und Innovationskraft bietet.

Erst durch den persönlichen Austausch und Informationstransfer gewinnt dieses Cluster an Effektivität. Die nationale Grenze ist jedoch bisher in dieser grenzüberschreitenden Region eine Barriere, wenn es um die Zusammenarbeit von Akteuren aus dem Agrobusiness geht. Ziel des Agropole-Projekts war es, diese Barrierewirkung der Grenze abzubauen. Durch zahlreiche deutsch-niederländische Veranstaltungen und B2B-Vernetzungen konnte Wissen grenzüberschreitend ausgetauscht und gemeinsam auf ein höheres Level gebracht werden. Das ist wichtig, um gemeinsam Lösungen für lokale, regionale und überregionale Herausforderungen wie dem Klimawandel, Biodiversitätsverlust, Ressourcenverknappung und einem Bedarf an mehr Transparenz entlang von Wertschöpfungsketten entwickeln zu können. Um gezielt Produkt- und Prozessinnovationen voran zu treiben, wurden sechs deutsch-niederländische Teams, die ihre innovativen Ideen für die Branche weiterentwickelten, im Rahmen sogenannter Innovationgutscheine auch finanziell unterstützt.

Die grenzüberschreitenden Vernetzungen und der dadurch ermöglichte Wissenstransfer tragen somit zur Innovationskraft und folglich auch zur Stärkung der Wettbewerbsfähigkeit der Agrobusinessbranche bei. Dies wiederum kommt auch der Gesellschaft zugute, beispielsweise durch den Erhalt und die Schaffung von Jobs und wichtigen Infrastrukturen.

Zusätzlich zur Stärkung der Innovationskraft und Wettbewerbsfähigkeit hat das Projekt dazu beigetragen, viele Unternehmen der Agrobusinessbranche auch unter jungen Menschen bekannter zu machen und über Ausbildungsmöglichkeiten, Jobeinstiegschancen und Karriereperspektiven in der Branche aufzuklären. Diese Maßnahmen sind wichtig, um junge Nachwuchskräfte für die Branche und die Region zu gewinnen und wirken so auch dem Fachkräftemangel und „Brain Drain“, also dem Wegzug von Fachkräften aus der ländliche geprägten Agropole-Region zu Metropolregionen, entgegen.

Alle Aktivitäten des Projekts wurden von Öffentlichkeits- und Pressearbeit begleitet. Auch dies förderte die Bekanntheit von Unternehmen, Initiativen und den Austausch untereinander. Die Projektpartner etablierten sich zu wichtigen Multiplikatoren und Ansprechpartnern für Unternehmen, öffentliche Einrichtungen, politische Akteure sowie Forschungs- und Bildungseinrichtungen, wenn es um Themen aus dem Agrobusiness geht. Sie wurden zunehmend von Akteuren kontaktiert, die auf der Suche nach Ansprechpartnern waren.

Die vielen entstandenen Beziehungen, darunter zahlreiche grenzüberschreitenden Verknüpfungen, werden auch zukünftig eine wichtige Bedeutung für die Innovationskraft und Wettbewerbsfähigkeit der Agrobusinessbranche in der Agropole-Region haben. Die Projektpartner werden auch nach Projektende als Ansprechpartner und Kontaktvermittler zur Verfügung stehen und ihre Aktivitäten grenzüberschreitend ausrichten, um den Wissenstransfer über die Grenze hinweg aufrechtzuerhalten. Auch Aktivitäten zur Imagepflege und Aufklärung über Jobchancen und Karriereperspektiven in der Branche werden fortgeführt und wirken an beiden Seiten der Grenze dem Fachkräftemangel entgegen.

 

NL-Flagge

Achtergrond en doel van het Agropole-project

Het project "Groei en ontwikkeling naar een grensoverschrijdende Agropole" (kortweg Agropole) werd uitgevoerd tussen juli 2019 en oktober 2022 binnen het Interreg-programma Duitsland-Nederland en gefinancierd door de Europese Unie, het ministerie van Economische Zaken, Industrie, Klimaatbescherming en Energie van Nordrijn-Westfalen en de provincie Limburg. Projectpartners waren Agrobusiness Niederrheine e.V. (lead partner), Brightlands Campus Greenport Venlo en de gemeente Venray.

Het Duits-Nederlandse grensgebied langs de Nederrijn en de provincie Limburg is één van de belangrijkste agribusiness regio's in Europa. Hier zijn tal van bedrijven en instellingen gevestigd die bijdragen aan de voorziening van de markt met plantaardige en dierlijke producten: bedrijven uit de land- en tuinbouw en hun toeleveranciers voor inputs zoals substraten, zaden, gewasbeschermingsmiddelen, machines en gereedschappen en nog veel meer. Daarnaast zijn er downstream actoren zoals voedselverwerking, logistieke bedrijven, handel en dienstverleners. Er zijn ook enkele belangrijke onderzoeks- en onderwijsinstellingen in de regio die kennis en junior personeel voor de groene sector genereren. Al deze actoren brengen uitgebreide knowhow op hoog niveau naar de regio. Dit legt de basis voor een cluster dat potentieel biedt voor concurrentievoordelen en innovatiekracht.

Alleen door persoonlijke uitwisseling en informatieoverdracht wint dit cluster aan effectiviteit. De landsgrens is tot nu toe echter in deze grensoverschrijdende regio een barrière geweest voor de samenwerking tussen actoren uit de agribusiness. Het doel van het Agropole-project was dit barrièreeffect van de grens te doorbreken. Via talrijke Duits-Nederlandse evenementen en B2B-netwerken kon kennis over de grens worden uitgewisseld en gezamenlijk naar een hoger niveau worden getild. Dit is belangrijk om gezamenlijk oplossingen te ontwikkelen voor lokale, regionale en bovenregionale uitdagingen zoals klimaatverandering, biodiversiteitsverlies, grondstoffenschaarste en de behoefte aan meer transparantie langs waardeketens. Om product- en procesinnovaties gericht te bevorderen werden ook zes Duits-Nederlandse teams die hun innovatieve ideeën voor de sector verder ontwikkelden financieel ondersteund in het kader van zogenaamde innovatievouchers.

De grensoverschrijdende netwerkvorming en de daaruit voortvloeiende kennisoverdracht dragen zo bij aan de innovatiekracht en daarmee ook aan de versterking van het concurrentievermogen van de agribusiness. Dit komt op zijn beurt ook de samenleving ten goede, bijvoorbeeld door het behoud en het scheppen van werkgelegenheid en belangrijke infrastructuren.

Naast de versterking van het innovatie- en concurrentievermogen heeft het project er ook toe bijgedragen dat veel bedrijven in de agribusiness beter bekend zijn bij jongeren en dat jongeren geïnformeerd zijn over opleidingsmogelijkheden, instapmogelijkheden en carrièreperspectieven in de agribusiness. Deze maatregelen zijn belangrijk om jonge professionals naar de sector en de regio aan te trekken en zo ook het tekort aan geschoold personeel en de "brain drain", d.w.z. de uittocht van geschoold personeel uit de rurale Agropole-regio naar metropolen, tegen te gaan.

Alle projectactiviteiten gingen gepaard met pr-activiteiten. Dit bevorderde ook de bekendheid van bedrijven, initiatieven en de onderlinge uitwisseling. De projectpartners vestigden zich als belangrijke multiplicatoren en contactpersonen voor bedrijven, openbare instellingen, politieke partijen en onderzoeks- en onderwijsinstellingen als het gaat om agribusienss onderwerpen. Zij werden in toenemende mate gecontacteerd door actoren die op zoek waren naar contacten.

De vele relaties die zijn aangeknoopt, waaronder talrijke grensoverschrijdende banden, zullen ook in de toekomst belangrijk zijn voor de innovatiekracht en het concurrentievermogen van de agribusiness in de Agropole-regio. De projectpartners zullen ook na afloop van het project beschikbaar blijven als contactpersonen en contactbemiddelaars en hun activiteiten over de grenzen heen op elkaar afstemmen om de kennisoverdracht over de grens in stand te houden. Activiteiten om het imago van de sector te bevorderen en mensen te informeren over de arbeidsmogelijkheden en carrièreperspectieven in de sector zullen ook worden voortgezet en het tekort aan geschoold personeel aan beide zijden van de grens tegengaan.

 

th

Background and aim of the Agropole project

The project "Growth and development towards a cross-border Agropole" (short: Agropole) was carried out between July 2019 and October 2022 within the Interreg programme Deutschland-Nederland and funded by the European Union, the Ministry of Economic Affairs, Industry, Climate Protection and Energy of North Rhine-Westphalia and the Province of Limburg. Project partners were Agrobusiness Niederrhein e.V. (lead partner), Brightlands Campus Greenport Venlo and the municipality of Venray.

The German-Dutch border region along the Lower Rhine and the province of Limburg is one of the most important agribusiness regions in Europe. Numerous companies and institutions are located here that help to supply the market with plant and animal products: companies from agriculture and horticulture as well as their suppliers for substrates, seeds, products for plant protection, machines and tools and much more. In addition, there are downstream sectors such as food processing, logistics companies, trade and service providers. There are also some important research and educational institutions in the region, which produce knowledge and educate junior staff for the green sector. All these actors bring extensive know-how at a high level to the region. This builds the foundation for a cluster that offers potential for competitive advantages and innovative strength.

Only through personal exchange and transfer of information, this cluster gains in effectiveness. However, within this cross-border region, the national border has so far been a barrier when it comes to cooperation between stakeholders from the agribusiness. The aim of the Agropole-project was to reduce this barrier effect of the border. Through numerous German-Dutch events and B2B networking, knowledge was exchanged across borders and jointly raised to a higher level. This is important in order to jointly develop solutions for local, regional and supra-regional challenges such as climate change, loss of biodiversity, resource scarcity and the need for more transparency along value chains. In order to promote product and process innovations in a targeted manner, six German-Dutch teams, which further developed their innovative ideas for the sector, were financially supported within the framework of so-called innovation vouchers.

The cross-border networking and the resulting knowledge transfer thus contribute to the innovative strength and consequently also to strengthening the competitiveness of the agribusiness sector. This in turn also benefits society, for example through the preservation and creation of jobs and important infrastructures.

In addition to strengthening innovative power and competitiveness, the project has also contributed to making many companies in the agribusiness sector better known among young people and to informing young people about training opportunities, job entry opportunities and career prospects in the sector. These measures are important to attract young people to the sector and the region and thus counteract the shortage of skilled workers and the "brain drain", i.e. the exodus of skilled workers from the rural Agropole-region to metropolitan regions.

All project activities were accompanied by public relations and press work. This also promoted the prominence of companies, initiatives and the exchange among each other. The project partners established themselves as important multipliers and contact persons for companies, public institutions, political stakeholders as well as research and educational institutions when it comes to agribusiness topics. They were increasingly contacted by other stakeholders looking for contacts.

Many relationships that have been established, including numerous cross-border links, will continue to be important for the innovative strength and competitiveness of the agribusiness sector in the Agropole-region in the future. The project partners will continue to be available as contact persons and contact mediators after the end of the project and will align their cross-border activities in order to maintain the transfer of knowledge across the border. Activities to promote the image of the sector and to inform people about job opportunities and career prospects in the sector will also be continued and will counteract the shortage of skilled workers on both sides of the border.